Wiskundedomeinen en doelen

Herkennen van wiskunde in spel

  • Hoe kun je binnen je team het gesprek aangaan over wiskundedomeinen?
  • Welke werkvormen zijn bruikbaar om te reflecteren op wiskundedoelen?

Wanneer je op zoek gaat naar de wiskunde in het spontane spel van kinderen, beschouw je dit spel als het ware door een wiskundige bril. Je ziet dan welke wiskundedomeinen in het spel van de kinderen aan de orde zijn. Een verdere doordenking leert je aan welke wiskundedoelen de kinderen in hun spontane spel werken of hoe beoogde doelen bereikbaar zijn door het spel gericht te verrijken.

Om kinderen te kunnen stimuleren in hun reken-wiskunde ontwikkeling is het essentieel dat de leerkracht zelf de wiskunde ziet. Rekenen is overal, je moet het wel leren zien. Het herkennen van de wiskunde is immers een voorwaarde om wiskundig bij het spel van de kinderen aan te sluiten.

De volgende twee werkvormen richten het gesprek in het team op de wiskundedomeinen en wiskundedoelen.

Foto-opdracht

Spreek met de collega’s af om foto’s mee te nemen waarin de wiskunde  herkenbaar is. Leg al deze foto’s op tafel en neem de tijd om te kijken waar je de wiskunde herkent in de foto’s van je collega. Kies nu een foto uit van een collega en vertel welke wiskunde jij herkent. Zien jullie hetzelfde? Tijdens het onderzoek waren deelnemers verrast dat dit verschillende kan zijn.

Wat herken jij allemaal op de foto van het indianendorp? Kinderen gaan al snel de

Verbinden met doelen. Een activiteit die een van de teamleden heeft gedaan is aanleiding om na te gaan aan welke doelen er gewerkt wordt. Daartoe gaan teamleden bij specifieke doelen staan die op grote bladen zijn geschreven en op de vloer liggen. Verschillen in keuzes worden besproken.

Deze foto-opdracht is mede geïnspireerd op Kijken naar kinderen, https://www.kpz.nl/kijken-naar-kinderen/

In de PLG’s van ‘Rekenen op Spel’ is aan pedagogisch medewerkers (PM-ers) en leerkrachten
gevraagd om foto’s van spelsituaties mee te nemen waarin zij wiskunde herkennen. In de eerste
ronde worden de foto’s op tafel gelegd en vertellen de deelnemers welke wiskunde ze herkennen
in een foto van een collega. Voor veel deelnemers is dit eye-opener. De ene collega blijkt andere
dingen te herkennen dan de fotomaker zelf had gezien. De docent-onderzoekers met een wiskunde
achtergrond blijken helemaal een ‘bijzondere’ kijk te hebben en wiskunde te zien waar het door de
overige deelnemers niet werd herkend. Zij tonen het kijken door een ‘wiskundebril’.
De foto-opdracht blijkt een goede manier om aan de praat te gaan over waar rekenen te vinden is.
Het kost oefening om met de ‘wiskundebril’ op naar het spel van de kinderen te kijken. Net als met
een gewone bril. Je moet er even aan wennen, daarna ga je het beter zien. Bij de tweede ronde van
de foto-opdracht worden de inhoudskaarten van de het SLO geïntroduceerd en wordt er niet alleen
gekeken of het wiskundedomein wordt herkend, maar ook welke doelen binnen dit domein.

Voorbeeld

Voorbeeld: Spel in de zandtafel

Bij deze zandtafel ligt stoepkrijt in verschillende kleuren, een rasp, stukjes hout en droog zand. Bedenk eerst waar de aandacht van de jongen op de foto naar uit zou kunnen gaan. Welke mogelijkheden kun je bedenken als je kijkt naar wat de jongen doet? Zie je daar ook wiskunde in? Welke wiskunde is dat?

Wat zien wij:

De jongen lijkt bezig te zijn met het raspen van het blauwe stoepkrijt. Wat zou hij interessant kunnen vinden?

  1. Misschien vindt hij het raspen zelf leuk om te doen.
  2. Misschien is het voor hem interessant dat het krijtje steeds kleiner wordt.
  3. Misschien is het effect van het raspen boeiend: er komt poeder op het zand. Misschien merkt hij op dat als hij harder drukt, er meer poeder komt dan als hij zachter drukt.
  4. Misschien probeert de jongen doelbewust het krijtpoeder op een bepaalde plek in het zand te krijgen of wil hij zoveel poeder ergens hebben dat hij het zand niet meer ziet. Misschien vindt hij daarbij de kleur ook van belang, maar misschien ook niet.

Welke wiskunde kun je daarin zien ?

  1. Het wiskundig perspectief is op dit moment nog niet betekenisvol voor het kind.
  2. Het kind kijkt naar het kleiner worden van het krijtje, vergelijkt steeds de lengte van het krijtje na iedere rasp met hoe het daarvoor was (meten).
  3. Het kind is aan het redeneren: als ik … doe, dan gebeurt er… Misschien heeft hij oog voor de hoeveelheid poeder (meten) en hoe hij ervoor kan zorgen dat dit sneller groeit. Redeneren is van belang voor al het wiskundig denken.
  4. Ook hier is het kind aan het redeneren, net als bij 3. Hij is nu ook bewust aan het construeren en ordenen (meetkunde).

Beeldroman

De beeldroman helpt om de kennis van de 3-V’s te integreren met de kennis van de reken-wiskunde ontwikkeling. De deelnemer maakt een of meerdere foto’s waarop de rijke leeromgeving in beeld wordt gebracht. Bijvoorbeeld de thematafel bij het thema herfst. Onder de foto komt een beschrijving van de fasen van het verkennen, verbinden en verrijken en wordt ook de dialoog weergegeven. De beeldromanschrijvers stelt de overige deelnemers een hulpvraag. Deelnemers geven elkaar feedback op de 3-V’s en in hoeverre het in hun ogen gelukt is te komen te reken-wiskundeontwikkeling. Dit proces kan ook met filmmateriaal. De beeldroman heeft twee voordelen. Minder AVG gevoelig en in filmpjes gebeurt heel veel waardoor de aandacht verschuift. Bij foto’s is het makkelijker om te focussen.

Verder lezen