Voorbereiden van spel

Ook spontaan spel van kinderen heeft een goede voorbereiding nodig. Kinderen hebben zelf de regie over wat ze willen spelen, maar hebben wel behoefte aan structuur en nieuwe uitdagingen. Sommige kinderen weten precies wat ze willen doen tijdens de speelwerktijd, maar jij kunt hen op (nieuwe) ideeën brengen en nieuwsgierig maken naar nieuwe spelmogelijkheden. Daarnaast is het belangrijk om kinderen structuur te bieden in de oneindige mogelijkheden van het vrije spel. Niet alle kinderen vinden het makkelijk om een keuze te maken, te starten met spelen of overzicht te krijgen.

Aantrekkelijke materialen

Een uitdagende en aantrekkelijke speelleeromgeving met mogelijkheden tot gevarieerd spel is de basis van het werken met jonge kinderen. Je vindt daarover meer in het menu de speelleeromgeving. Je biedt kinderen inspiratie en structuur door kort voor de speelwerktijd materialen te laten zien en erover te praten. Dat kan als volgt:

  • nieuw materiaal of nieuwe voorwerpen introduceren
    • Gisteren was ik even bij de huisarts omdat ik een beetje buikpijn had. Toen mocht ik van de dokter dit instrument lenen [bv. een weegschaal of thermometer]. Wie weet wat dat is? En wie weet hoe het werkt?
    • Vanmorgen heb ik deze doos eens uit de kast gepakt. (bv. met bepaald constructiemateriaal dat een tijdje bij een collega stond, of beeldend materiaal dat niet dagelijks aanwezig is, of een bordspelletje voor de oudere kleuters).
    • Weet je nog dat Eelke en Alim gisteren over het strand vertelden en dat ze ook een mooie schelp bij zich hadden? Nu ben ik gisteravond  op het strand geweest en heb ik heel veel schelpen gevonden. Kijk maar.
  • nieuwe mogelijkheden met materialen laten zien
    • Toen we gisteren in de bouwhoek speelden, kwamen we erachter dat we veel stevigere hoeken kunnen bouwen. Jamy, hoe deed je dat ook weer? 
    • Hé, kijk eens wat Esra vanochtend met de klei heeft gedaan. Dat is bijzonder!
    • Misschien kunnen we de eikeltjes ook wel gebruiken voor de dieren. 
  • jezelf hardop vragen stellen over materialen die al bekend zijn of een nieuwe combinatie van materialen:
    • Nu ben ik benieuwd welk van deze auto’s het snelst zou zijn en hoe we daarachter kunnen komen…
    • Nou vraag ik me af wat we allemaal kunnen doen met deze mozaïek en de kleine blokken….
    • Tja, hoeveel water zouden we nou bij het zand moeten doen om goede modder te krijgen? Wie wil dat zo meteen eens uitproberen?  

In alle gevallen kun je afronden met de vraag wie van de kinderen met het materiaal zou willen spelen of wie vandaag met jou mee zou willen spelen. Kinderen die nog moeilijk kunnen kiezen, of die dag even niet weten wat ze willen, geef je zo structuur.

Door je materiaalkeuze kun je kinderen inspireren tot een meer wiskundig perspectief in hun spel. Kijk voor meer ideeën en uitleg in het menu speelleeromgeving.

Inspiratie

Door kinderen inspiratie te geven, doen ze gevarieerdere en rijkere spelervaringen op. Ook draag je op die manier bij aan meer diepgang in thematisch rollenspel of meer uitdaging in constructiespel. Je kunt op allerlei manieren inspiratie geven. Denk aan:

  • verhalen voorlezen of vertellen en spelideeën aanreiken die daarop voortbouwen,
  • je samen verwonderen over de echte wereld, en vanuit vragen op onderzoek gaan door filmpjes of foto’s te bekijken, te lezen en kijken in informatieve boeken, op pad te gaan, materialen en voorwerpen te bestuderen, etcetera.
  • ideeën en ervaringen uitwisselen over het spelen of teruggrijpen op eerder spel. Weet je nog dat je eerder deze week…? 

Vooruitkijken

Vooruitkijken houdt in dat je kinderen vóór de speelwerktijd vraagt om na te denken over wat ze willen spelen. De kinderen vertellen daarover aan jou en aan elkaar. Kinderen kiezen dus niet alleen maar waar ze willen spelen, maar maken een plannetje. Voor de jongste kinderen gaat dat plannetje vaak nog niet veel verder dan de keuze waar of met welk materiaal het kind wil spelen. Kinderen kunnen dat met woorden aangeven, maar ook door te wijzen, of door materiaal te pakken.

Als kinderen eraan gewend raken om vooruit te kijken, krijgen hun plannetjes al vrij snel meer inhoud. Kinderen gaan steeds meer verwoorden wát ze willen spelen, met wie, wat ze nodig hebben, en hoe ze het willen aanpakken. Oudste kleuters die gewend zijn aan vooruitkijken, kunnen complexe plannen maken en dat uitgebreid verwoorden. Wanneer je nog niet met je groep vooruitkijkt voor het spelen, is het de moeite waard om dat eens een tijdje te proberen. Je zult merken dat kinderen al snel spontaan hun plannen aan je komen vertellen en je erop wijzen als je het vooruitkijken overslaat.

Vooruitkijken werkt het best als je het tot een vaste routine maakt. Met kleuters kun je in de grote kring vooruitkijken, als je het beperkt houdt tot een minuut of zeven – acht. Geef eerst alle kinderen de tijd om vanuit de kring even om zich heen te kijken in het lokaal en na te denken. Vraag een paar kinderen om hun plan te vertellen. Wie wil meedoen met dat plan, wie wilde ook in die hoek spelen? Hoe gaan jullie dat doen? Overige kinderen laat je kort benoemen of kiezen waar ze willen spelen. Als er teveel kinderen zijn voor een hoek, kun je samen bespreken hoe dat opgelost kan worden. Je kunt de kinderen ook eerst in tweetallen aan elkaar laten vertellen wat hun plan is.

Met peuters kun je beter in kleine groepjes vooruitkijken. Je kunt dan ook even langs de hoeken en materialen lopen, zodat de kinderen inspiratie opdoen. Je kunt hen ook vragen om iets te pakken waar ze mee willen spelen. Een filmpje waarin je de praktijk van VOORUITKIJKEN MET PEUTERS kunt zien, vind je op de website van Taaldenken in spel.

Het effect van vooruitkijken is dat kinderen leren om zich bewust te worden van wat ze graag willen en om buiten het hier-en-nu te denken. Ze moeten zich immers een situatie voorstellen die zo direct pas plaatsvindt.

Vooruitkijken is een belangrijke ervaring voor de ontwikkeling van eigen initiatief en de ontwikkeling van zelfsturing van eigen handelen. Vooruitkijken helpt kinderen structuur aan te brengen in de vrije ruimte van het spel. Bovendien inspireren kinderen elkaar met hun plannetjes, leven ze met elkaar mee, stemmen ze onder jouw begeleiding ideeën met elkaar af als ze samen willen spelen en zijn ze meestal snel actief en betrokken aan het spelen. Je stelt het spel echt centraal.

Jongere kinderen, kinderen die niet graag praten in de grote groep, en kinderen die het Nederlands als tweede taal nog aan het leren zijn, hebben er baat bij als je in een klein groepje vooruitkijkt en meer aandacht voor ze hebt. Een andere vorm van ondersteuning is om pas door te vragen naar de plannetjes in de hoek zelf of met het materiaal erbij. Kinderen die alleen nog globale plannen hebben, krijgen vaak specifiekere ideeën als ze het materiaal zien. Kinderen die hun gedachten nog niet zo goed in (de Nederlandse) taal kunnen uitdrukken, hebben steun aan de materialen in hun uitleg.

Kinderen die in de grote kring niet aan de beurt kwamen, kun je na de kring nog wel even naar hun plannetjes vragen. Doe dat in ieder geval bij kinderen die ondersteuning kunnen gebruiken bij het kiezen en zelf spelen of bij het leren samenspelen (als ze daar al aan toe zijn). Rollenspel heeft ook geregeld ondersteuning nodig door vooraf plannen te maken.