Kinderen spelen het liefst de hele dag. In spontaan spel hebben kinderen alle vrijheid om op hun eigen manier en op hun eigen tempo hun leefwereld en hun eigen plek daarin te verkennen en te verbeelden. Kinderen die echt lekker aan het spelen zijn, gaan helemaal op in hun spel. Je ziet dat ze hoog betrokken zijn.
Kinderen spelen niet omdat ze willen léren, maar als ze hoog betrokken zijn, leren ze wel veel tijdens hun spel. Die hoge betrokkenheid is er niet vanzelf. Kinderen hebben behoefte aan een goede mix van veiligheid en uitdaging. Als professional speel je daarin een belangrijke rol voor kinderen. Jij bent er om kinderen te laten voelen dat ze mogen zijn wie ze zijn. En jij zorgt ervoor dat kinderen steeds opnieuw nieuwsgierig worden naar de omgeving en dat ze zin krijgen om te exploreren en experimenteren. Samen spelen, praten en denken, juist ook met jou, geeft kinderen nog meer plezier. Bovendien krijgen ze daardoor ook meer grip op hun ervaringen.
in Rekenen op spel gaat het om spontaan spel; het spel dat kinderen zelf kiezen om te spelen. Ook spontaan spel heeft begeleiding nodig. En het biedt kansen om de brede ontwikkeling te stimuleren, ook van taal en rekenen-wiskunde. Maar hoe doe je dat? Wat kun je doen voorafgaand aan het spelen of juist ná het spelen? Hoe speel je met kinderen mee zonder de regie over te nemen? En hoe kun je daarin de nieuwsgierigheid voor rekenen-wiskunde ondersteunen of opwekken? We gebruiken daarvoor de 3 V’s van Dorian de Haan (2012): Verkennen, Verbinden en Verrijken en benutten de manier waarop kinderen zelf de wereld mathematiseren.