Eén van de zes wiskunde-domeinen voor het jonge kind is ‘Verhoudingen’, hieronder vind je meer informatie over dit domein, hoe je doelen uit dit domein in het spontane spel van kinderen kunt herkennen én hoe je de nieuwsgierigheid van kinderen kunt prikkelen in hun spel om ontwikkeling in dit domein te stimuleren.
Domeinbeschrijving verhoudingen
Materialen waar kinderen mee spelen representeren vaak in het klein de echte wereld. Denk daarbij bijvoorbeeld aan speelgoedautootjes, een fornuis in de huishoek of dierfiguurtjes. Het gaat daarbij vooral om ‘meetkundige verhoudingen’ of redeneren op schaal, zonder dat er getallen aan te pas komen. De verkleiningen in het speelgoed zijn meestal heel verschillend. Kinderen worden zich daarvan bewust als er ‘conflicten’ ontstaan, zoals een poppetje dat niet in de auto past of een taart van Duplo die even groot is als de tafel . Dan kloppen de verhoudingen niet.
Kinderen komen ook mengverhoudingen tegen, zoals bij het maken van limonade of om met verf een bepaalde kleur te mengen. Die mengverhoudingen worden vaak niet-getalsmatig aangeduid, de verf is na het mengen te donker geworden of de limonade te zoet. Ze kunnen ook worden beschreven met hulp van getallen, zoals het recept voor limonade (één deel siroop op zeven delen water, 1:7).
Jonge kinderen houden zich vooral bezig met meetkundige verhoudingen en mengen, terwijl oudere kinderen leren om verhoudingen getalsmatig te beschrijven.
Doelen bij peuters
Kinderen stimuleren tot
- experimenteren met verhoudingssituaties, waaronder (gedeeltelijk) verkleinde of vergrote objecten.
Doelen bij kleuters
Kinderen stimuleren tot
- verkennen van en experimenteren met verhoudingssituaties, waaronder in ieder geval mengverhoudingen en (gedeeltelijk) verkleinde of vergrote objecten.
Hoe zie je dit terug in spontaan spel?
In doen-alsof-spel spelen kinderen in het algemeen met objecten die een verkleinde weergave zijn van de werkelijkheid, zoals een speelgoedauto, -vliegtuig of pop. Kinderen zijn zich hiervan overigens vaak pas bewust als de verkleinde wereld ‘uit verhouding’ is. Denk daarbij aan een pop die een truitje niet past of merken dat de schoenen van papa veel te groot zijn. Er is hier sprake van verhoudingsgewijs vergelijken.
Verhoudingen komen daarnaast naar voren bij het mengen van bijvoorbeeld bij bakken en koken. Als je pepernoten maakt moeten de verhoudingen goed zijn, anders smaken ze anders dan bedoeld. Daarnaast komen verhoudingen naar voren bij het prijsbepalen bij winkeltje spelen.
Consequenties voor de inrichting van de speelleeromgeving
Kinderen vinden in de hoeken verschillende verkleinde objecten, zoals speelgoedauto’s, -vliegtuigen of poppen, waarbij de schaal zo is gekozen dat de verkleinde objecten niet altijd bij elkaar passen, bijvoorbeeld omdat de pop niet in het vliegtuig past of een auto niet in de garage.
Ze vinden in het lokaal ook verschillende vergrote objecten, zoals een spin van kunststof die je goed kunt bekijken of een paddenstoel waar je onder kunt spelen, of materialen waarmee je objecten groter kunt laten lijken, zoals een vergrootglas, insectenpotje, of een bolle/holle spiegel (lepel).
Kinderen hebben in de speelleeromgeving mogelijkheden om te experimenteren met mengen, bijvoorbeeld bij het maken van pepernoten, voor een drankje in de apotheek, verf in het atelier of om moddertaartjes te maken.
In het winkeltje overleggen kinderen hoe ze de prijzen moeten bepalen, bijvoorbeeld hoe groter, hoe duurder, en in de dierenwinkel over hoeveel eten welk dier nodig heeft. De grote hond heeft veel meer eten nodig dan de puppy.
Ook verhalen waarin de verhoudingen anders dan anders zijn, zoals bij reuzen of kabouters, wekken nieuwsgierigheid van kinderen op, voor verhoudingen en verhoudingsgewijs redeneren.