De speelleeromgeving

De speelleeromgeving bestaat uit alles wat het leren en ontwikkelen van kinderen beïnvloedt. Je denkt al snel aan materiaal en inrichting, maar het gaat ook om de dagelijkse routines, de andere kinderen en de interactie met jou als professional.

Een rijke speelleeromgeving sluit aan op de interesse en leefwereld van kinderen en biedt de mogelijkheid om op ontdekking te gaan, gevarieerde ervaringen op te doen en in aanraking te komen met nieuwe kennis en ideeën. Een rijke leeromgeving biedt dus ook uitdaging voor kinderen. Als professional grijp en creëer je kansen om kinderen ervaringen op te laten die met veel verschillende ontwikkelingsgebieden te maken hebben.

Kinderen die opgroeien willen graag deel uitmaken van de wereld die hen omringt. Helpen met karweitjes,  situaties naspelen, ontdekken wat je met verschillende materialen kunt doen, samen praten, verhalen vertellen en boeken lezen; het zijn allerlei manieren om grip te krijgen op die wereld. Hierbij komen kinderen van alles tegen waardoor ze weer nieuwe dingen willen leren: oefenen met een schaar, weten waar de poetsdoekjes liggen, ‘politie zijn’ of zelf (nep)pannenkoeken bakken.

Een rijke speelleeromgeving – Samen pannenkoeken bakken

Tijdens de dag ontstaan steeds opnieuw situaties waarin wiskunde een rol speelt. Kinderen doen bijvoorbeeld ervaring op met meetkundige begrippen als recht, krom en rond bij het knippen, puzzelen of bouwen. Ze leren begrippen als voor, achter of naast als ze speelgoed opruimen, hun jas ophangen of een step uit de schuur halen. En als ze jou willen vertellen dat ze gisteren bij oma zijn geweest, leren ze iets in de goede volgorde na te vertellen en daarbij tijdsaanduidingen te gebruiken.

Al spelend en handelend doen kinderen ongemerkt wiskundig inzicht op en leren ze de woorden die erbij horen. Ze leren vergelijken, ordenen, tellen, meten en nog veel meer.